donderdag 25 juni 2009

Spinoza

Nog een weekend en dan is Spinoza verleden tijd. Als je in de buurt van Kraaiennest woont of werkt, dan weet je wat ik bedoel. Thomas Hirschhorn heeft er veel werk van gemaakt, van zijn nederzetting aan de enige atletiekbaan die de Bijlmer rijk is. Een deel van de hekken zijn voor dit doel verwijderd. Het geheel oogt open. Zeker nu er veel kinderen op de baan aan het sporten zijn. Als ik aan het begin van de middag bij de nederzetting kom, is Hirschhorn in gesprek. Binnen zijn de computers bezet, op de werkbank zitten twee mannen met elkaar te kletsen, er zitten wat mensen op de plastic stoeltjes. Aan de minibar worden drankjes verkocht.

Het is het werk van een modern kunstenaar die meer wil dan alleen maar iets neerzetten, hij wil ook de buurt erbij betrekken. Het sociale element is erg belangrijk. Dat is ook de link die hij met Spinoza legt. Spinoza is niet alleen de man van het theoretiseren over God, hij schreef ook over emoties. Dat maakt de filosoof toegankelijk.

Nee, zegt Hirschhorn heel nadrukkelijk, ik wil geen schoolmeester zijn. Vandaar dat hij de nadruk op het sociale element legt. Hij weet dat religie hier leeft. En dat religie hier vooral een sociaal functie vervult.

Deze auto bestaat vooral uit wegwerpmateriaal en kreten. Slogans als je wilt. LOVE is er een van. Mogen we dit voertuig opvatten als een parodie op merchandising? Herhaling is het motto: overal zie je of het portret van Spinoza, zijn boeken of citaten uit zijn boeken. Ook de jaartallen 1622 - 1677 staan ergens te lezen. Waarom is Hirschhorn niet gewoon buurtwerker geworden, vraag ik me af. Omdat hij zich dan niet kan afzetten tegen grootheden als democratie, kapitalisme, macht en geld? Of omdat je als buurtwerker nagenoeg anoniem bent?

In het onderwijs gebeurt iets dergelijks. Kijk maar eens naar dit veilingkistje dat is gemaakt door leerlingen van De Dreef (School voor Praktijkonderwijs) in de Venserpolder (Amsterdam Zuidoost). Onder begeleiding van een kunstenaar uiteraard en dat was niet Hirschhorn. maar Simone Henken. Wat Hirschhorn in het groot doet, doen de leerlingen in het klein.

Info

zaterdag 13 juni 2009

Blauwe voeten






Zo zag het trappenhuis van Fernandes er vandaag uit. Van buiten op de stoep leidt een spoor van blauw pigment de bezoeker naar boven, naar zijn afgesloten atelier. De voetafdrukken zelf vormen zijn installatie die hij niet zonder ironie Verspreide Elevatie (Spreading Elevation) heeft genoemd.

Dit is de ontwerptekening voor het affiche van de Open Atelier Route Zuidoost (Amsterdam Zuidoost) in 2006. Het concept is van Manuel Rui Fernandes en Natascha Salij die ook de tekening heeft gemaakt. De voeten zijn van Fernandes. De kleuren zijn beperkt gehouden tot rood en blauw, wit en zwart. Ook dit zijn blote voeten, net als op het affiche van dit jaar.
Zie: Over kunst
(blog 15.05.09).
De voeten van het meest recente affiche zijn geïsoleerd van hun omgeving. Deze voeten niet. Ze staan op een ondergrond van blauwe en rode pigmenten. Dat is niet toevallig want Fernandes houdt zich als kunstenaar bezig met pigmenten en als voetballer heeft hij zich ooit bezig gehouden met het betere voetenwerk. Zijn voeten krijgen daardoor iets vertederends. Ze hebben zijn plaats als kunstenaar bepaald: niet rennen achter een bal in een team van elf spelers maar staan: stilstaan in bad van felgekleurde pigmenten.

Voeten overbruggen afstanden, meestal in meters of kilometers. De voeten van Fernandes overbruggen nu drie jaar. Zijn handen houden de kopie van een tekening vast, een al wat ouder concept.
Link
Rood, Galerie Kruitberg, Amsterdam Zuidoost

maandag 8 juni 2009

Eendjes voeren zou slecht zijn voor de gezondheid van de eenden. De woerden zouden geil worden van het brood en dat zou tot gevolg hebben dat er meer verkrachtingen plaatsvinden in vijvers, sloten en plassen. Kortom: meer dan sexuele intimidatie op het water.
Grote onzin
, meent bioloog Kees Moeliker, als een vrouwtjeseend er geen zin in heeft, is het onmogelijk te paren.
Niets is de natuur vreemd, zelfs necrofiele homofilie niet, vertelt de bioloog. Dieren, in dit geval eenden, die paren met dode soort- en sexegenoten. Dat heeft niets met overprikkeling te maken maar met de houding waarin de op sexbeluste woerd een soortgenoot aantreft. Die positie geeft de doorslag. Dit is maar een van de voorbeelden die Moeliker vertelt aan de hand van foto's op het diascherm.

Emily Kocken heeft er goed aan gedaan om deze bioloog uit te nodigen want haar werk gaat over dieren, over mensen en over voedsel (brood). Ze heeft een aantal broodpoppen gemaakt die ze hier en daar heeft neergezet. Ze bleef in de buurt, wachtend op reacties van mens en dier.
De dieren waren niet zo happig als ze misschien wel had gehoopt: ze zagen er eerder iets bedreigends in dan iets voedzaams. Maar de reacties van de soortgenoten van de kunstenaar mochten er wezen. Kocken heeft het een driehoeksverhouding genoemd: dier, mens, winter.


De broodpoppen zweven tussen hemel en aarde: ze zijn nooit levend geweest maar echt dood willen ze evenmin want er zijn schimmels ontstaan die inmiddels een eigen leven leiden.

Kocken heeft al eerder laten zien dat schimmels haar uitermate boeien, dat was tijdens Con-Fusion in blue major bis, de expositie die ze onlangs met Joep van der Bijl heeft georganiseerd.
Tijdens deze expositie kunt u de broodpoppen - Het Breadman Project - nog een keer bewonderen in een klaslokaal dat zich op een idyllische plek bevindt. Buiten staat het vingerhoedskruid in volle bloei, binnen verkeren de breadmen in een verregaande staat van verval. Dat is een mooie tegenstelling.
Op de verklaring van de titel van dit stukje heeft u even moeten wachten. Cloaca kent u wellicht als het Latijnse woord voor riool. Het woord is ook bekend geworden door de gelijknamige film van Willem Sande Bakhuyzen (2003). Het bijvoeglijke naamwoord is hiervan afgeleid. De kus heeft betrekking op de paringsdaad van twee eenden (vogels), in dit geval op een normale paring. De opening van een vrouwtjeseend is multifunctioneel: ze poept, ze paart en ze legt er eieren mee. Cloaca: ingang (zaad) en uitgang (pis, poep, eieren).

Dit is de eendenman: het boek en een portret van hem. De foto bovenaan dit stukje is een combinatie van twee opnamen: de bioloog staat in het midden, links staat Emily Kocken, rechts Josien Vogelaar (eveneens kunstenaar), de foto die ik er overheen heb gelegd is een opname van twee parende eidereenden (een van de dia's die werd vertoond).
Links
http://emilykocken.nl/
http://www.mediamatic.net/download.php?id=83735
http://nl.wikipedia.org/wiki/Cloaca_(anatomie)
http://www.nieuwamsterdam.nl/boekuitgave.aspx?id=1176

woensdag 3 juni 2009

De Kunst van het Verpakken (2)

De avond valt in de Bijlmer. Op de achtergrond is de flat Gooioord te zien. Kikkenstein ligt achter mij. De bomen zijn bedekt met het collectieve web van de spinselmot of stippelmot, het werk van duizenden rupsen. De treurwilgen lijken van zilver. Als je niet beter wist, zou je aan een project van de beeldenroute van Open Source kunnen denken. Maar de rupsen ontpoppen zich binnenkort tot vlinders. Dan is de metamorfose voltooid en het web is oud vuil. De motten vliegen uit, paren en gaan dood. Dat paren kan trouwens uren duren. En het vrouwtje paart met meerdere mannetjes om zo het rendement van de paring te verhogen. Berekenende vrouwtjes dus. Volgens Hans Dienske, medewerker van het Zoölogische Museum van de UvA (afdeling Entomologie), vallen ze onder het geslacht Yponomeuta.

De volgende dag neem ik nog een paar foto's: geen kunstenaar kan dit proces nabootsen. De kunstenaar legt het af tegen wat wij natuur noemen. Kunstenaars moeten zich behelpen en daarom leren ze allerlei technieken aan.
Christo pakt dingen in: gebouwen, bruggen, zelfs een park. Maar dat zijn nogal groteske kunstgrepen, letterlijk en figuurlijk. Ook Damien Hirst pakt in: hij conserveert het gedode dier en zet het te kijk. Niet als trofee van de jager maar als kunstenaar die de klus heeft uitbesteed aan anderen. Dat maakt hem moreel gezien laf.

Een kunstenaar als Audubon (1785-1851) doodde zijn eigen modellen. Hij schoot ze af. En dat deed hij heel zorgvuldig want ze mochten niet echt beschadigd worden. Zijn oogmerk was heel paradoxaal: hij wilde ze vereeuwigen. Hij wilde schoonheid vangen en bewaren. Hij offerde een vogel op om zijn soort te als beeld te bestendigen. Vorig jaar was zijn werk in Teylers Museum in Haarlem te zien.

Tinkebel heeft nog niet zo lang geleden haar eigen kat gedood en van het bontje een tas gemaakt. De publiciteit hieromtrent heeft veel reacties opgeroepen. Het was natuurlijk bedoeld als provocatie en de reacties liegen er niet om.
Eigenaardig toch, dat gebrek aan zelfkennis bij de meeste (jonge) mensen, want ieder mens doodt levende wezens (dieren of planten) of hij besteedt het doden uit. Wij leven nu eenmaal van dieren of planten. Maar een huisdier is nagenoeg heilig. Zelfs een depressief katje.
Wat Tinkebel heeft verpakt in dat tasje van haar is naïviteit en hypocrisie. En o wee als je dat tasje opent. Misschien is Pandora wel haar voorbeeld geweest.
Eerlijk gezegd, ik zou het niet kunnen, dat wurgen van een zwak en depressief katje maar het is eerlijker dan een spuitje halen bij de dierenarts.
De zwarte kat heb ik op 27 september 2008 op het Frederiksplein gefotografeerd: op de hoek van Weteringschans en Westeinde. Ik neem aan dat het om een stukje kunstbont ging. Een bijzondere vorm van Street Art dus. Wie de maker is weet ik niet. Er staat geen naam bij.

LinksTinkebel bij Pauw & WittemanAudubon, John James (1785-1851), expositie in HaarlemHeel interessant is de volgende link. In het kort iets over het paringsgedrag van bovengenoemde motten: Paringsstrategieën van stippelmotten (ook van de UvA)