dinsdag 5 mei 2009

Licht als passie

Bloemen zijn heel broos. Ze bewegen op een zuchtje wind. Het is materie, levende materie. Guido Gezelle heeft er gedichten over geschreven. Hij herkende in de schoonheid van de natuur de hand van God, of in ieder geval zijn adem. Pneuma in het Grieks. Ik heb een te decadente geest om er de hand van wie dan ook in te zien. Ik verbaas me slechts over de schoonheid die van heel korte duur is.
Betrapte schoonheid krijgt als foto een kader en dan is de vluchtigheid al lang verdwenen. De geur is weg. De wind is indirect zichtbaar. Wat er aan materie was - bloemblaadjes, stamper, meeldraden - is weg. Het moment bestaat alleen nog maar digitaal. En terwijl ik er opnieuw naar kijk, verwonder ik mij over de vorm. De vorm die elk jaar opnieuw verschijnt: de bloem, of weidser: bloesem.
Dat gele is niet alleen maar het licht van de zon dat net in het hart van de bloem van de oleander valt, de bloembodem zelf is lichtgeel en wordt versterkt door het licht van de zon. De blaadjes zijn wat onscherp, want het woei, niet echt hard maar toch. Het verval dient zich al aan: bruine vlekjes zijn de voorboden.
Nog een dag of twee en dan is de bloem verschrompeld tot een onaanzienlijk iets, een bijna niets.
Ik wacht er nu al op, op de bloei van de oleander. Hij is inmiddels twee jaar ouder en hij staat al weer op het balkon. De bladeren zien er ongezond uit: bedekt met bruine en zwarte vlekjes. Vandaag kwam ik er achter dat ik het vuil kan wegspoelen met water. Even boenen met de zachte zijde van een schuursponsje. Het lijkt op een of andere schimmel.
De foto’s zijn genomen in juli 2007. De laatste foto op de twaalfde. Het had net geregend. De eerste foto twee dagen daarvoor.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten