zondag 29 november 2009

K-buurt in Krijt

Joanna Quispel heeft een jaar aan deze Bijlmer landschappen gewerkt. Soms deed ze een halve dag over het maken van een pasteltekening, soms een hele dag. Op de speelplaats tussen het metroduct en Kleiburg deed ze er wat langer over omdat er steeds kinderen bij haar kwamen staan en haar vroegen wat ze deed. Nou ja, wat ze wilde doen want kinderen zijn kinderen. CBK Zuidoost heeft haar deze opdracht gegeven in het kader van Beeldend Nieuws dat tot dusver vier keer is verschenen. Dit was trouwens de laatste keer.
Joanna Quispel heb ik leren kennen toen ik zelf lessen in modeltekenen volgde bij Bert Osinga, dat was halverwege de jaren negentig. Ik leerde ook andere bevriende schilders kennen: Toine Moerbeek, Paul Gorter, Wendelien Schönfeld. Ze vormden een groep apart: ze schilderden allen naar de werkelijkheid, dat hadden ze gemeen.
Osinga gaf les toen in het atelier van Schönfeld dat zich in de Sint Jacobsstraat bevond. Een zijstraat van de Nieuwendijk. De straat liep af maar haar atelier bevond zich op de hoogste etage van een oud huis. Het huis is inmiddels gesloopt. De straat is ingrijpend veranderd. De enige tastbare herinnering die ik eraan heb zijn mijn eigen modeltekeningen - tweeënhalf uur werken aan een tekening - maar daar staat het interieur niet op. Schönfeld heeft zelf ook tekeningen gemaakt van dit pand: prachtige potloodtekeningen tijdens de sloop van dit atelier.
Toen was het dus voorgoed voorbij. Het atelier zoals ik me dat herinner is vooral groot, het staat vol met tafels, er zijn trapjes, er is een bovenlicht (de ruiten zijn vuil), overal de geur van hout, olieverf, veel ezels, en stapels papier. Ik denk er met weemoed aan terug. Op de website van Wendolien Schönfeld kun je de tekeningen van de sloop van dit atelier bewonderen. Maar ik dwaal af, terug naar de pasteltekeningen van Quispel.
Trouwens, merkte een bezoekster tijdens de opening op, het wit is nooit helemaal wit. En dat klopt. Het lijkt wit tegen de achtergrond die vaak wat aan de donkere kant is. Mij deed het wel wat denken aan werk van de Haagse school en dan met name aan twee schilders, namelijk Johan Hendrik Weissenbruch en Paul Gabriël.
Dit schilderij is van Paul Gabriël en het lijkt wel wat op een van de pasteltekeningen die in CBK Zuidoost hangt. Onderwerp van die tekening is de boomkap in het Bijlmer Park. Ook hier word je blik gedwongen de lijn van het hek te volgen. De horizon is lager, dat wel. En het beeld als zodanig is horizontaal gespiegeld (zo heet in Photoshop terminologie).
K-buurt in Krijt doet als titel van de tentoonstelling het oog van Joanna Quispel tekort want het is vooral haar blik die deze tekeningen zo boeiend maakt. Ik werk in het buurtcentrum dat net naast de plek ligt die Quispel heeft getekend. De rode en witte borden tegen de gevel van de parkeergarage, een werk van kunstenaar Peter Stel, beheersen het beeld. Ik was helemaal niet zo gecharmeerd van die borden omdat ze de hellende banen van de parkeergarage aan het oog onttrekken. Wat zo wezenlijk is aan deze bouwstijl onttrekt Stel aan het oog. Dat ergert mij.
In de tekening van Quispel krijgen ze een heel andere betekenis. Het rood krijgt ritme, niet alleen in de borden van Peter Stel maar ook in de details van het ronde verkeersbord, het schrikhek, de rode lappen van een marktkraam.
Er lopen mensen, een vrouw in het wit poseert (daar lijkt het tenminste op), zelfs het busje van Janjte de Poelier lijkt te poseren. En dan de haaientanden die de opmaat vormen voor dit levendige tafereel.
Zo heb ik deze markt nog nooit bekeken.

Links

zondag 15 november 2009

Herst in Zwolle

De laatste weken verdiep ik me in het werk van negentiende-eeuwse schilders als Alfred Stevens, John Singer Sargent en James Abott McNeill Whistler. De gevolgen blijven niet uit.
Ik was bij mijn moeder op bezoek. We hebben gewandeld in de regen. Toepasselijk, want dit is de dag waarop mijn vader is geboren, nu vierenzeventig jaar geleden.
In 1985 is hij overleden, zes dagen voor zijn verjaardag.

Daarna ben ik zelf nog even op pad geweest. Ik kwam op het kerkhof dat bekend staat onder Algemene Begraafplaats Meppelerstraatweg. Machtige bomen, basten nog druipend van de regen, noestig, onhandelbaar hout. Mijn vader ligt niet op dit kerkhof, maar op de begraafplaats iets verderop, richting Berkum.
Vanmiddag zijn het Floris Verster met zijn onovertroffen bloemstukken (geschilderd tussen 1887 en 1893) en Isabelle Werkhoven van wie ik in 2006 voor het eerst werk heb gezien in galerie The Livingroom, Amsterdam. Sindsdien volg ik haar werk. Beide schilders bepalen vanmiddag mijn blik (en mijn stemming).
Details en uitsnedes. Als ik er eenmaal aan toegeef, zie ik ze overal.
Schilderijen die ik nooit zal schilderen maar wel kan photoshoppen.
Aan de Wilhelminasingel. De Sassenpoort is nog net niet te zien.
En dan zie ik deze boom op het Van Nahuysplein, de fontein is door een witte tent aan het oog onttrokken vanwege werkzaamheden. De boom wordt door twee koorden in bedwang gehouden.
Het park dat ook wel bekend staat als Potgietersingel.
Wildgroei aan de waterkant, het water is net niet zichtbaar. Zo kom ik terug in Zwolle, de stad waar ik mijn beste vrienden heb leren kennen en waar ik achteraf gezien mijn mooiste jaren heb beleefd. Blijkbaar kan ik Zwolle nu pas transformeren tot de stad die het voor mij is geworden.

Info
  • Floris Verster (1861 - 1927), door Christiaan Vogelaar n.a.v. tentoonstelling in De Lakenhal, Leiden (2002/2003)
Link