Het is vrijdag op het perron van Hilversum. De rimpelige vrouw in een crêmekleurige combinatie van jasje en pantalon beweegt hoofd, armen en schouders in korte rukjes. Ze pauzeert even en daar gaat ze weer. Ze lijkt onderhevig aan de regie van een onzichtbare marionettenspeler.
Op het bankje rechts van haar staat de stevige vrouw in het zwart op en loopt naar de prullenbak. Ze gooit haar zonnebril erin. Ze loopt terug, gaat zitten en neemt haar lichtbruine tas op schoot. Aan de andere kant van de prullenbak zit een jong meisje aan de zoom van haar witte rokje te friemelen. Ze trekt haar rokje iets naar beneden. Ze belt.
Er komt een meisje voorbij. Ze is lang, erg lang. Een rood beugeltasje zwaait mee op het ritme van haar voetstappen. Schaduwen lijken niet te bestaan. Nog een meisje, nu in het zwart. Kort van stuk, zwarte leggings, zwart rokje, zwart hesje: rode pumps. Ze loopt stevig door. Het perron lijkt eindeloos.
Een jongeman zit languit op het bankje. Ook hij heeft het rijk alleen. Hij geniet zichtbaar van de zon. Van de mensen die hem benijden. Hij geniet mateloos. Ogen dicht.
Het is twintig over negen. De trein komt weer in beweging.
Op het bankje rechts van haar staat de stevige vrouw in het zwart op en loopt naar de prullenbak. Ze gooit haar zonnebril erin. Ze loopt terug, gaat zitten en neemt haar lichtbruine tas op schoot. Aan de andere kant van de prullenbak zit een jong meisje aan de zoom van haar witte rokje te friemelen. Ze trekt haar rokje iets naar beneden. Ze belt.
Er komt een meisje voorbij. Ze is lang, erg lang. Een rood beugeltasje zwaait mee op het ritme van haar voetstappen. Schaduwen lijken niet te bestaan. Nog een meisje, nu in het zwart. Kort van stuk, zwarte leggings, zwart rokje, zwart hesje: rode pumps. Ze loopt stevig door. Het perron lijkt eindeloos.
Een jongeman zit languit op het bankje. Ook hij heeft het rijk alleen. Hij geniet zichtbaar van de zon. Van de mensen die hem benijden. Hij geniet mateloos. Ogen dicht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten